5 TIPS BIJ DE INZAAI VAN GRASKRUIDEN MENGSELS

5 TIPS BIJ DE INZAAI VAN GRASKRUIDEN MENGSELS

Op steeds meer plaatsen zie je het: schapen in gras-kruidenweiden. Logisch, want het is smakelijk en gezond voor je dieren en door de diepe beworteling hou je langer voer in droge perioden. 

Vijf tips bij inzaai 

  1. Zaai ondiep: max 0,5 tot 1 cm. De kruiden hebben namelijk licht nodig om te ontkiemen

  2. Zorg voor een juiste pH van de bodem: kruiden en klavers doen het minder goed op een zure bodem. Zorg (bijvoorbeeld met een bekalking) voor een pH van minimaal 4,8 op veengronden en minimaal 5,2 op zand- en kleigronden. De kalk kan ingewerkt worden bij de grondbewerking of als topbekalking gegeven worden. Wanneer je de pH via een bodemanalyse laat bepalen vind je op het uitslagformulier vaak ook een advies voor de hoeveelheid benodigde kalk. Is het advies om meer dan 600 kg kalk per hectare te geven? Dan is het verstandig om dit als topbekalking te doen, omdat het inwerken van kalk de grassen juist weer een voordeel geeft ten opzichte van de kruiden.  

  3. Bemest niet voor inzaai: kruiden en klavers groeien langzamer dan de grassoorten in deze mengsels en door de stikstof in de mest krijgt juist de opkomst van gras zo'n boost dat de kruiden veel minder kans krijgen om zich te vestigen.

  4. Wanneer het mengsel mooi is opgekomen (meestal zo'n 4-6 weken na het inzaaien) kun je het perceel licht voorbeweiden met de schapen. Laat het niet kort afgrazen (de eerste keer een stoppel van 7-10 cm). Het teruggrazen zorgt ervoor dat het gras de kruiden niet verdrukt.

  5. Herinzaai geeft het beste resultaat. Bij doorzaaien van een bestaande zode merken we dat met name op schapenbedrijven dat de zode zo dicht is geworden dat de opkomst vaak tegen valt. Wil je toch doorzaaien? Dan kan dit het beste met een strokenfrees gebeuren. Belangrijk is dat de zode erg kort is en voldoende open op het moment van doorzaaien. Je kunt na het doorzaaien de schapen nog een week op de bestaande grasmat laten zodat het zo kort mogelijk is op het moment van ontkiemen. 

Beheer en beweiding van bestaande gras-kruidenweides
Het beheer niet heel ingewikkeld. In het voorjaar kan een normale drijfmestgift (bijvoorbeeld 30-35 kuub runderdrijfmest). Kunstmest is niet perse nodig, en zeker in de tweede helft van het seizoen (vanaf juni) zullen de klavers in de mengsels voldoende stikstof leveren aan de bodem. Op dat moment bemesten geeft juist het risico dat de klavers weer verdrukt worden. Afhankelijk van de bodemanalyes en de kuilanalyses kan het nodig zijn om extra kali, zwavel of bijvoorbeeld selenium te strooien. 

Zorg ervoor dat de weides nooit korter dan 5 cm worden afgegraasd. De groeipunt van de kruiden kan anders beschadigd worden waardoor er geen hergroei meer kan plaatsvinden. Inscharen kan het beste op 15 tot 20 cm hoogte zodat de grassen en kruiden de optimale voedingswaarde hebben. 


Kruiden laten bloeien
Kort voor de bloei vullen kruiden hun wortelreserves aan. Dit is belangrijk voor het in stand blijven in de weide. Wanneer ze gaan bloeien zullen ze ook zaad vormen en kunnen ze zichzelf verspreiden. Onze ervaring is de kruiden vaak in hun tweede jaar voor het eerst gaan schieten en dan in bloei komen. Als op dat moment de schapen op de wei komen dan worden deze bloemetjes er zo weer afgegeten. Wil je ze dus laten bloeien, zet dan een stuk van het perceel af met een draad of net. 


Welk mengsel gebruiken? 
Kies een mengsel die past bij de grondsoort. Het mengsel voor zandgronden is qua grassoorten en kruiden wat anders samengesteld dan het mengsel dat geschikt is voor klei, veen en leemgronden. Wil je wat meer cichorei (in verband met de wormreducerende eigenschappen)? Voeg dan 1 a 2 kg los cichorei zaad per hectare toe aan het mengsel.