EFFICIENTER GRONDGEBRUIK DOOR ROTEREND BEWEIDEN
Een van de uitgangspunten in een landbouw die meer en meer gestoeld is op circulariteit is om verspilling zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij hoort dus ook het nadenken over 'verspilling' van weidegras. Door roterend beweiden kunnen schapen en lammeren je weidegras zo efficiënt mogelijk benutten. Wat is roterend beweiden en hoe werkt het?
Wat is roterend beweiden?
We praten over roterend beweiden als schapen iedere 1 tot 3 dagen naar een nieuw blok gaan. Het te beweiden perceel wordt in minimaal 4 en maximaal 6 blokken verdeeld. Nadat de schapen in het laatste blok zijn gekomen, komen ze weer terug in het eerste blok en start het rondje opnieuw. Het indelen van een perceel kan prima met flexibele draden of weidenetten.
Wat is het voordeel?
Door steeds naar een nieuw blok te gaan blijft de weide smakelijk. In het nieuwe blok zitten geen geurtjes van recente beweiding zodat de schapen geen tijd kwijt zijn aan het zoeken naar de lekkere plekjes. Bij melkkoeien is aangetoond dat dit effect het grootste is als ze dagelijks in een nieuw blok komen. Na 4 dagen zijn de geurtjes van de voorafgaande beweiding vrijwel weg, vandaar ook de reden om minimaal 4 blokken te maken. Hoe smakelijker de weide, des te hoger de droge stof opname per dag. Een hogere droge stof opname zorgt voor een hogere groei en een betere weerstand van de dieren.
Effect op de grasgroei
Bij roterend weiden zul je zien dat het gras nog lang niet 'op' is als ze naar het volgende blok gaan. Dat is juist de bedoeling. In plaats van een stoppel van 4 tot 5 cm hoogte kan er gerust 11-15 cm blijven staan. Gras groeit namelijk uit gras, dus hoe meer er achterblijft op de weide, des te sneller het gras teruggroeit. Gras heeft namelijk zonlicht nodig om CO2 om te zetten in suikers, en hoe meer 'zonnepanelen' (blad) er over zijn, des te makkelijker dit gaat. Doordat er na een korte periode van beweiding steeds weer een rustperiode is, krijgen de grassen en kruiden ook weer de kans om hun wortelreserves aan te vullen. Uit studies uit het Verenigd Koninkrijk blijkt dat jaarlijkse grasopbrengst op percelen die roterend worden beweid 30 tot 60% hoger ligt dan op percelen die als standweide worden begraasd.
Effect op de efficiëntie van de vertering
Bij roterend weiden hebben de dieren steeds de mogelijkheid om alleen de bovenste (meest voedzame en makklijkst te verteren) puntjes af te grazen. Er wordt dus niet alleen meer gras per dag opgenomen, maar dit is ook nog eens beter benutbaar voor het dier.
Hoe lang beweiden op een perceel?
Hoe lang je kunt beweiden is natuurlijk afhankelijk van de grasgroei, de grootte van de blokken en de hoeveelheid dieren. Als de grasgroei na beweiding boven de 20 cm blijft dan kun je er voor kiezen om een blok over te slaan (en dit later uit te maaien) zodat de andere blokken iets intensiever worden beweid. Zakt de stoppel na beweiding onder de 6-8 cm dan wordt het tijd om een nieuw perceel in te gaan richten voor het roterend beweiden. Het beweide perceel kan bijvoorbeeld een keer uitgemaaid worden zodat er weer een frisse weide ontstaat voor de oudere dieren.
Hoe zit het dan met worminfecties?
Een terechte vraag, want we weten dat infectieuze wormlarven zich binnen 2 (zomer) tot 3 (voorjaar) weken ontwikkelen uit wormeitjes. Deze infectieuze larven kunnen vervolgens 2 (voorjaar) tot 3 maanden (zomer) overleven op de weide. Bij het roterend weiden zal de infectiedruk dus gaan opbouwen. Groot verschil met de traditionele methode van beweiding (standweiden) is echter dat bij roterend beweiden er steeds een hogere grasstengel is. Wormlarven van schapen zitten laag op de plant, dus de opname van wormlarven zal relatief laag zijn doordat vooral de bovenste delen van de plant wordt afgegraasd. Door de hogere grasproductie op de weide is er bovendien sprake van een verdunningseffect. De hogere droge stofopname en hogere verteringsefficientie ondersteunen de weerstand van het dier. Door het roterend beweiden wordt bovendien de mest veel gelijkmatiger verdeeld over het hele perceel. Bij standweiden kunnen dieren namelijk steeds terug gaan daar de stukjes op het perceel waar de lekkerste grassen staan. Daar bouwt zich dan ook de hoogste infectiedruk qua infectieuze wormlarven.
Net als bij standweiden is het bij roterend beweiden regelmatig mestonderzoek te doen om de opbouw van de worminfectie te blijven monitoren en waar nodig in te grijpen. Probeer voor de lammeren altijd percelen te gebruiken die al 3 maanden niet beweid waren (en bijvoorbeeld een keer gemaaid zijn). De oudere schapen - die al weerstand tegen worminfecties hebben opgebouwd - kunnen dan achter de lammeren aanweiden.