WAAR TE STARTEN MET HET VERBETEREN VAN UIERGEZONDHEID?
Waar begin je met de aanpak van een probleem met de uiergezondheid van de schapen?
Het begint bij het vast te stellen van de oorzaak van het probleem. Dit zijn enkele van de belangrijkste vragen om daar achter te komen:
- Wat is het moment waarop de problemen optreden?
- Rondom aflammeren, tijdens de zoogperiode of juist na het spenen?
- Wat is er te zien aan de ooien met uierontsteking?
- Is er sprake van blauw uier, zieke ooien of wordt het alleen ontdekt bij de controle voor de volgende dekronde
- Wat is de voedingstoestand van de ooien?
- Zowel conditie score als rantsoen op het moment van uierontsteking
- Zijn er omgevingsfactoren die meespelen?
- Denk aan hygiëne in de aflammerstal, aanwezigheid van zere bekjes
- De weerstand van de ooi
- Zowel genetisch als stimulatie van de weerstand door vaccinatie
Voedingstoestand & hygiëne
Veel van de problemen rond uierontsteking blijken hun oorsprong te hebben in de voedingstoestand van de ooi en de melkgift ten opzichte van de melkvraag van de lammeren. Goed groeiende lammeren met ooien die veel conditie verliezen tijdens de zoogperiode is een aanwijzing voor een (te) grote belasting van het uier. Hierdoor kan door overbelasting van het uier en kleine beschadigingen die door de lammeren veroorzaakt worden tijdens het drinken makkelijk uierontsteking optreden. Op bedrijven met veel uierontsteking is het dus belangrijk om kritisch naar het rantsoen te kijken. Daarnaast zien we ook problemen als gevolg van matige hygiëne. Ooien die niet schoon en droog kunnen liggen hebben een groter risico op uierinfecties vanuit de omgeving. Andere verwondingen aan het uier zoals door zere bekjes zijn ook een grote risicofactor.
Weerstand
De weerstand van de ooi speelt ook een belangrijke rol. De genetische aanleg om uierontsteking te ontwikkelen is zeker traceerbaar in sommige rassen en binnen familielijnen. We komen dan ook helaas regelmatig bedrijven tegen die eigenlijk alle bovengenoemde zaken mooi op orde hebben en alsnog veel last hebben van uierontsteking. Het is dan ook belangrijk om niet alleen de ooi die uierontsteking heeft gehad zelf af te voeren maar ook haar ooilammeren niet aan te houden voor de fokkerij. Als je dat jaar in jaar uit doet zal je langzaam maar zeker een koppel ooien over houden die minder gevoelig is voor uierontsteking.
Sinds 2018 is er daarnaast een andere manier om de weerstand van ooien te verhogen: de inzet van vaccinatie. Dit is een interessante optie op bedrijven waar het percentage uierontsteking zo hoog is dat ook het uitselecteren van de ooilammeren bijna niet meer gaat of waar het aantal ooien met uierontsteking voor te veel leblammeren zorgt. Inmiddels hebben we bij vleesschapen onder Nederlandse omstandigheden al wat praktijkervaring opgedaan met dit vaccin.
Effect van vaccinatie op afvoer wegens uierproblemen
Op het bedrijf van één van onze klanten hebben we in 2019 de koppel voor het eerst gevaccineerd tegen uierontsteking, 5 en 2 weken voor de start van het lammerseizoen. Er werden geen mastitisgevallen meer in de stalperiode gezien, maar omdat er in de weideperiode wel gevallen van mastitis werden gezien werd er in 2020 niet gevaccineerd. De veehouder houdt de afvoerredenen van ooien netjes bij, en nu er dit voorjaar toch weer te veel gevallen van uierontsteking waren zijn we samen eens kritisch naar die gegevens gaan kijken. De vaccinatie bleek toch een veel groter effect gehad te hebben dan gedacht! Het jaar voor vaccinatie werd 44% van de oude ooien afgevoerd met als reden ‘uierproblemen’. In de herfst/winter na de vaccinatie was dit percentage gedaald tot 12%. Dit steeg afgelopen seizoen weer tot 32%. Flink meer dus! Het resultaat was dat er in 2019 veel meer geselecteerd kon worden op andere gewenste eigenschappen bij de ooilammeren. Deze ‘verborgen’ kosten van uierontsteking worden vaak niet gezien maar kunnen de inzet van vaccinatie op bedrijven met veel problemen door uierontsteking toch heel interessant maken.
Hoewel uierontstekingen vaak een multifactorieel probleem zijn is er vaak wel een oplossing voor te vinden, al dan niet met vaccinatie. Mocht u ook problemen hebben met de uiergezondheid dan kunt u altijd contact met ons opnemen.