WAAROM EEN TE RIJKE KUIL NIET BESTAAT: 5 TIPS VOOR EEN GOEDE KUIL

WAAROM EEN TE RIJKE KUIL NIET BESTAAT: 5 TIPS VOOR EEN GOEDE KUIL

Hoe beter de kuil, des te minder je bij hoeft te sturen met krachtvoer
In een duurzame schapenhouderij past het om zoveel mogelijk voer van eigen land te halen. Bijna jaarrond halen de meeste schapen hun kostje binnen via weidegang. Maar in de winterperiode ontkomen de meeste bedrijven er niet aan om bij te voeren met hooi of kuilvoer (al dan niet als voordroogbalen). Hoe beter deze kuil is, des te minder hoef je bij te sturen met krachtvoer. Links en rechts wordt er wel eens gewaarschuwd dat schapen niet tegen een rijke kuil kunnen. Onzin. Het is niet voor niets dat veel melkveehouders met schapen weten dat ooien het uitstekend doen op de eerste snede die ook aan de koeien gevoerd wordt. Het kan met zo'n kuil pas mis gaan als er krachtvoer gevoerd wordt wat ook nog eens heel snel verteert. Kies bij een rijke kuil daarom voor een krachtvoersoort die in de pens rustig verteert (met maiszetmeel in plaats van tarmezetmeel als belangrijkste grondstof). Zo kun je een prima rantsoen maken voor ooien waarop ze erg gezond blijven en heel veel melk geven. Op tijd maaien dus in het voorjaar en liever iets minder opbrengst met een hogere voedingswaarde dan maar wachten met maaien tot het gras tot boven de knie komt. Laat gerust een strook gras langs de rand van het perceel staan (zie foto bij deze blog): een mooie beschutting voor weidevogels. Uit recent onderzoek van het Louis Bolk instituut blijkt dat het aantal insecten in een pas gemaaid perceel gemiddeld bijna drie keer zo laag is als in een ongemaaid perceel. Nu de eerste snede misschien al gewonnen is of op gaat aan de beweiding van de ooien met lammeren kun je je met onderstaande tips & trucs richten op de tweede snede. Geen enkel probleem, want deze snede (eind mei, begin juni) kan vaak ook van goede kwaliteit zijn.

Tips & Trucs voor een goede kuil

  1. Maai het gras in een vrij jong stadium: 25-30 cm hoog. Dit gras heeft een hoge voederwaarde. Als het gras al in de aar is geschoten neemt de voederwaarde snel af.
  2. Suiker is belangrijk voor de smakelijkheid én voor de conservering. Als het een tijdje donker en nat weer is geweest kun je beter twee zonnige dagen afwachten om voldoende suiker in het gewas te krijgen. Vroeg maaien kan als het ’s nachts koud is (het suiker wordt dan door de plant niet gebruikt), maar als de nachten wat warmer zijn (>5 graden) kun je beter wachten tot er wat zonuren in het gras zitten. Maai dan pas in de middag.  
  3. Hoe droger je inkuilt, des te bestendiger het eiwit wordt. Dit eiwit wordt dan in de darm verteerd. Een hoog aandeel ‘darm verteerbaar eiwit’ (DVE) is belangrijk voor de melkproductie van de ooi. Als het gras te droog wordt verlies je echter weer eiwit en energie. Voor weides die vooral uit gras bestaan kan ingekuild worden rond de 60% droge stof. Het gemaaide gras voelt dan nog iets vochtig aan.  
  4. Bij gras met veel kruiden of klaver met een laag toerental schudden (anders schud je het fijne blad eruit!) en natter inkuilen: bij 40% droge stof. Zo verlies je zo weinig mogelijk van het voedzame en smakelijke blad.
  5. Kuilbalen kunnen zo’n 4 tot 6 weken na de oogst al bemonsterd worden op de voederwaarde. Een voederwaarde analyse kost zo’n 115 euro (ex BTW) en geeft veel informatie over de hoeveelheid eiwit, de verteerbaarheid en smakelijkheid van het product en welk type krachtvoer hier het beste bijgevoerd kan worden. Het is ook mogelijk om de mineralen en spoorelementen te laten bepalen. Valt het eiwitpercentage tegen en heb je wel in een jong stadium gemaaid? Dan heeft het gewas te weinig stikstof gehad om voldoende eiwit te produceren. Kijk dan kritisch naar het bemestingsniveau!

Nattere kuil is toch een risico qua listeria?
Dat hoeft helemaal niet. Dit risico is er vooral wanneer er veel ‘ruw as’ in de kuil zit. Dit zijn gronddeeltjes (bijv. zand of klei) wat aan het kuilgras is blijven plakken. Hoe natter de kuil, hoe meer gronddeeltjes er aan hebben kunnen blijven plakken. In deze gronddeeltjes kan de listeriabacterie zitten, die kan zorgen voor hersenvliesontsteking en abortus. Zeker bij hele natte kuilen (rond de 20% droge stof) die vaak aan het einde van de herfst worden gewonnen is dit een risico. Maar in de andere maanden is het vaak een kwestie van te veel molshopen in het weiland of een hark die te diep afgesteld was. In de winter mollen vangen, in het voorjaar rond met de weidesleep en niet dieper harken dan nodig dus!